• Anno 1933: kampioen JSV krijgt concurrentie

    12 januari 2011 

     

    In de eerste decennia van de twintigste eeuw raakt de Nederlandse samenleving steeds sterker verzuild. Katholieken luisteren naar hun eigen radio-omroep (KRO), lezen hun eigen krant (De Tijd), sturen hun kinderen naar eigen scholen, zijn lid van hun eigen vakbond (RKWV), stemmen op hun eigen RKSP (de latere KVP), kloppen voor ziekenzorg aan bij hun eigen Wit-Gele Kruis en voetballen het liefst met z’n allen tegen gelijkgestemden onder de vlag van de Interdiocesane Voetbal Competitiebond, kortweg de IVCB.

    Ook de protestants-christenen en de socialisten hebben hun eigen voetbalfederatie. De KNVB en de regionale UPVB zijn er voor clubs die geen kleur willen bekennen. Zoals JSV, dat na zeven jaar alleenheerschappij plaatselijke concurrentie krijgt. De heren Daalhuizen en De Reuver doen in het al eerder opgevoerde artikel “Voetbal in het dorp Jutphaas” (1992) uit de doeken hoe dat in zijn werk gaat.

    “In het begin van 1933 nemen enkele dorpelingen het initiatief om een rooms-katholieke voetbalvereniging op te richten. Op 26 juni 1933 wordt de oprichtingsvergadering gehouden van het r.k.-Jutphania. Van die club wordt het eerste bestuur gevormd door F. van Ramele, W. van den Akker, C. Hoveling, F. Claus en A. Schoonenberg. De kapelaan van de Nicolaaskerk wordt in deze vereniging benoemd als geestelijk adviseur.”

    “Men slaagt er in om een terrein te krijgen aan de Utrechtsestraatweg achter de boerderij van E. Scholman (op deze plek staat thans het gebouw van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij). Het gereedmaken van het voetbalterrein wordt een `werklozenproject'. De greppels in de akker worden met takkenbossen opgevuld en vervolgens afgedekt met grond.

    Die grond is voldoende voorhanden, omdat juist het graafwerk is gestart voor het Amsterdam- Rijnkanaal. Met pramen (platte schuiten, EZ) wordt de grond via de Zuidersluis aangevoerd en ter hoogte van de boerderij van Scholman met kruiwagens naar het voetbalveld gereden. Bovendien bouwen de voetbalenthousiasten een houten kleedaccommodatie.”

  • Jutphania midden jaren dertig
     

    “Jutphania wordt in haar eerste jaren een geduchte concurrent van J.S.V. De ploeg komt uit in de competitie van de rooms-katholieke bond en de werving van de leden gebeurt op velerlei plaatsen binnen het katholieke verenigingsleven. Bovendien trekt de club veel gemakkelijker nieuwe leden aan dan J.S.V., omdat de accommodatie dichter bij het dorp ligt. Een bijkomend voordeel is dat Jutphania een kleine kantine heeft."

    “De rivaliteit tussen J.S.V. en Jutphania is groot en heel gemakkelijk lopen spelers en leden over naar de `concurrentie'. Dat is heel eenvoudig, omdat beide clubs bij verschillende voetbalbonden zijn aangesloten: de ene week nog spelen bij J.S.V.; de andere week bij Jutphania.”


    “Het voetbalspel heeft het dorp danig verdeeld en ook de 'prominenten' van de gemeenschap hebben hun favoriete club. Jutphania is danig jaloers op J.S.V., dat burgemeester Hamers en de directeur van de ‘Tram & Bargedienst Vereeniging’, mr. L. de Ruyter en dokter Van der Lugt tot haar vaste supporters kan rekenen. Bij Jutphania is dokter N.A.C. Slooff een geregelde bezoeker en natuurlijk de kapelaan of de pastoor.
    Overigens valt er nauwelijks veel geld te verdienen aan de entree bij de wedstrijden; een dubbeltje voor volwassenen en een stuiver voor de kinderen. Van dokter Slooff is bekend dat hij vaak bij de ingang van het veld van zijn clubje stuivers uitdeelt aan kinderen, die naar het voetballen willen gaan kijken.”


    De wedijver staat de groei en successen van beide clubs niet in de weg. Jutphania viert tijdens haar korte bestaan drie kampioenschappen. En ook JSV gaat het in het voorjaar van 1933 sportief voor de wind. Het sluit zondag 21 mei met een 8-2 overwinning bij Ameide de competitie af als lijstaanvoerder. Omdat De Zebra’s uit Hilversum evenveel punten bijeen hebben gesprokkeld, stelt de UPVB (voluit de Utrechtse Provinciale Voetbalbond) een beslissingsduel om het kampioenschap van de tweede klasse B vast op 28 mei.

  • Jutphania-supporter Jan Spronk moedigt met jachthoorn aan
     

    Een noodlottig ongeval overschaduwt deze ontknoping. Drie medewerkers van het Utrechtse betonbedrijf Van Leusden worden op 22 mei aangereden bij een onbewaakte spoorwegovergang in Medemblik. De twee bijrijders van chauffeur C. Schrijvers komen daarbij om het leven. Eén van hen is de 26-jarige Hugo Vroman, die volgens het Utrechts Nieuwsblad “sinds vier jaar de aanvoerder was van de voetbalvereeniging J.S.V. te Jutphaas.”

    Tijdens zijn begrafenis, op zaterdagochtend 27 mei in Utrecht, fungeren leden van JSV dan ook als zogeheten slippendragers. Tevens maken burgemeester Hamers en enkele UPVB-bestuurders hun opwachting, zo lezen we in de krant. De bond stelt de play-off uit naar zondag 25 juni.

    JSV wint de beslissingswedstrijd met 3-2. Het zou ons verbazen als dat een dag later geen onderwerp van gesprek is tijdens de oprichtingsvergadering van Jutphania. Maar na te trekken valt het niet, want de club laat geen archief na. De Reuver en Daalhuizen herinneren zich nog wel wat namen van een aantal spelers: A. Kerkhof, C. Kerkhof, J. Hazendonk, J. Bos, P. van den Heuvel, H. van Genderen, H. Elbertse, K. van Doorn, W. van den Heuvel, J. Ransdorp, J. van Rooijen, W. Kerkhof en J. Scholman.

    We weten niet of de onfortuinlijke Hugo Vroman familie of slechts naamgenoot was van topschutter Anton (zie de Anno van 28 december jongstleden), maar wel dat de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij tegenwoordig huist in Bilthoven. De vissers hielden in Nieuwegein kantoor op de Buxtenhudelaan, de doorsteekweg die de Symfonielaan met de Utrechtseweg verbindt. Daar moet het veld van Jutphania gelegen hebben.

    De beschrijving van dat veld door Daalhuizen en De Reuver lijkt trouwens opmerkelijk veel op de schets, die erelid Arie Terlouw ons geeft van het allereerste JSV-terrein op Plettenburg. Dat schijnt gelegen te hebben achter de boerderij van agrariër annex schillenboer Ries Mooren. Die stond volgens Piet Daalhuizen op de plek waar nu de Edisonbaan en de Marconibaan bij elkaar komen.

    Daalhuizen legt ons desgevraagd ook uit waarom de JSV-ers in 1926 met een ogenschijnlijke omweg (het pontveer naar De Bongenaar) hun eerste veld opzochten. Weliswaar was de dorpskern van Jutphaas per brug verbonden met Plettenburg, maar het oude polderweggetje was niet meer dan “een karrenspoor over particuliere grond. En als de verschillende boeren in het gebied weer eens herrie met elkaar maakten, dan ploegde de een of de ander zijn stukje landweg weer om.”


    EINDSTAND TWEEDE KLASSE B UPVB 1932/’33: 1.JSV 20-32 (14 gewonnen, 4 gelijk, 2 verloren), 2.De Zebra’s 20-32, 3.De Raven 20-27, 4.Volharding 20-27, 5.Gooische Boys 20-26, 6.UFC 20-25, 7.WDO 20-19, 8.ATO 20-13, 9.UJS 20-8, 10.DUC 20-8, 11.Ameide 20-3

    Bron: Eric Zuidhoek (tekst) en de Historische Kring Nieuwegein