24 april 2011
Bij de geschiedschrijving van onze vereniging speelt mondelinge overlevering een grote rol. Of alles wat uw clubhistoricus ter ore komt even waar is valt te betwijfelen.
Tot de categorie sterke verhalen behoort mogelijk het stukje, dat we aantroffen in De Gouden JSV-er van 1976. De dan 34-jarige journalist Jaap Ruizeveld tekent uit de monden van de heren Zwezerijnen, Bons, van Doorn en Terlouw de volgende herinnering op:
“Nu moet men beslist niet denken dat het gebruik van stimulerende middelen een verschijnsel van de laatste tientallen jaren is. Ook vroeger probeerden spelers weleens een middeltje om optimaal aan het zware karwei te kunnen beginnen. Je zal maar last van zenuwen hebben en je gewoon niet zo lekker voelen. Een aspirientje kan dan geen kwaad.
Zo dacht ook een JSV-doelman toen hij in Maarssen zijn ploeg moest behoeden voor een nederlaag. Het ene aspirientje werd echter één heel buisje en voor het duel begon had de goalie er nog meer geslikt. Het was te veel van het goede.. wel waren alle zenuwen verdwenen, maar de keeper zweefde door zijn doelgebied. JSV zag zeven schoten op zijn doel ook feilloos in het net verdwijnen. Een moedeloze voorhoede kon daar slechts één goaltje tegenover stellen.”
Piet Daalhuizen leverde onlangs een sterk verhaal aan, waarin een zekere Henk Schrijvers een kwalijke hoofdrol speelt. Deze JSV-doelman laat zich rond de oorlogsjaren omkopen door Brederodes, dat zich daarmee verzekert van hulp tijdens een kampioenswedstrijd. JSV schijnt in die jaren een lastige tegenstander voor de Viaanse ploeg te zijn en het JSV-bestuur neemt niet eens bloemen mee naar de overkant van de Lek, omdat het niet verwacht dat Brederodes de voor de titel noodzakelijke winst in de wacht zal slepen.
Daalhuizen meende dat keeper Henk Schrijvers familie was van de latere Oranje-doelman Piet, die uw clubhistoricus op woensdagavond 19 januari voorafgaand aan de wedstrijd Ajax-Feyenoord bij toeval tegen het lijf liep.
De voormalige sluitpost van HVC, DWS, FC Twente, Ajax en PEC Zwolle zag in 1946 weliswaar het levenslicht in de gemeente Jutphaas, maar van familiebanden met Henk of de eerste JSV-bestuurders Jan en Frans Schrijvers was hem niets bekend. Piet deed zelfs navraag bij zijn enige zus, maar ook dat leverde geen nieuwe informatie op.
De eerste levensjaren van de oud-international speelden zich af in Hoograven, dat in 1954 werd overgedragen van Jutphaas naar Utrecht. Piet Schrijvers zette zijn eerste stappen op het voetbalveld bij RUC. Hij herinnert zich JSV vooral van de barre fietstochten met zijn team naar uitwedstrijden op Huis de Geer.
Een spelerskaart uit 1948 van een zekere Henk Schrijver (je leest het goed: zonder 's') zet ons op een beter spoor. Erelid Arie Terlouw omschrijft hem als “een legendarische doelman, die wel van elastiek leek. Hij pakte namelijk de meest onmogelijke ballen. Schrijver had helaas één groot gebrek: hij kon niet uitschieten! Hij kreeg de bal nog geen twintig meter weg…”
Piet Schrijvers (DWS, 1965)
Van het omkopingsverhaal is Terlouw helemaal niets bekend. “Het is voor het eerst dat ik dit hoor.” En de oud-voorzitter mag inmiddels dan wel negentig zijn, met zijn geheugen is weinig mis. Zo weet hij te vertellen dat de achternaam van Henk Schrijver inderdaad geen ‘s’ op het eind had en dat Henk dus ook geen familie van Piet Schrijvers was.
Ook niet van Theo Schrijvers jr. trouwens. Die speelde slechts een blauwe maandag voor JSV, maar zijn vader Theo sr. (geboren in 1905) was al bij de oprichting in 1926 van de partij. Datzelfde gold voor diens broers Thomas, Kees, Hannes en Gerard. Wat de verwantschap van deze vijf Schrijvers met de toenmalige bestuurders Jan en Frans was weet Theo jr. (geboren in 1940) zich desgevraagd niet voor de geest te halen.
Voor het moment van de vermeende omkoopaffaire komt zondag 15 maart 1948 het meest (of beter gezegd: alleen maar) in aanmerking. Het Utrechts Nieuwsblad weet een dag later te melden dat Brederodes in de vierde klasse L van de KNVB “met de hoogste eer is gaan strijken dankzij een overtuigende 4-1 zege op JSV.” De heenwedstrijd in Jutphaas eindigt eerder dat seizoen nog onbeslist (1-1). vv Utrecht grijpt net naast de titel, JSV eindigt in de middenmoot en Vreeswijk weet ternauwernood degradatie af te wenden door MSV ’19 achter zich te houden.
Na de vroege afloop van de competitie werkt JSV nog de "voorcompetitie" van het KNVB-bekertoernooi af. Onze club komt de groepsfase niet door en kan vlot op vakantie, al is dat een luxe die men zich in die tijd niet kan veroorloven. Na de zomer pakken JSV en Henk Schrijver vrolijk de draad weer op in de vierde klasse en Maarssen doet hetzelfde een treetje lager, in de eerste klasse van de afdeling Utrecht. Het sterke verhaal van de pillen kan welhaast onmogelijk horen bij 1948.
Foto rechts: Koningin Wilhelmina draagt de kroon over aan dochter Juliana
Henk Schrijver (geboren in 1921) verdedigt volgens Arie Terlouw vier seizoenen het Jutphase doel. De goalie verhuist in 1949 niet mee van de IJsselsteinseweg naar Huis de Geer en vraagt ook geen overschrijving aan naar een andere club.
Terlouw zelf volgt JSV wel naar Huis de Geer. En in 1964 naar Rijnhuizen, waar onze club volgens het erelid direct in z’n geheel naar verkast. En de onvolkomenheden, zoals het gebrek aan afrastering, de eerste tijd voor lief neemt. Daarmee is een vraag van de vorige Anno (1966: Rijnhuizen is klaar) beantwoord.
In 1948 is geluk nog heel gewoon. Althans, volgens een liedje dat het cabaretduo Koot en Bie in 1972 vertolkt op TV. De muziek is van Gilbert O’Sullivan (Alone again), de tekst van Kees van Kooten alias Koot. De nu 69-jarige Kees (de vader van Kasper en Kim van Kooten) koestert warme herinneringen aan zijn eenvoudige kinderjaren aan het eind van de jaren veertig.
Toch gaat Nederland drie jaar na de bevrijding niet onbekommerd door het leven. Er is tijdens de koudere maanden een gebrek aan levensmiddelen (voedsel, kleding, kolen). In Europa lopen de spanningen tussen het communistische oosten en het vrije westen op. En ver daarbuiten, in Indonesië, moeten jonge Nederlandse soldaten in naam der Koningin de behoefte aan onafhankelijkheid de kop indrukken. Vanaf 6 september 1948 is dat trouwens een nieuwe Koningin. Juliana lost die dag haar moeder Wilhelmina af.
Juliana zit nog altijd op de troon als Gerard Cox vierentwintig jaar later het liedje ‘1948’ van Koot en Bie de hitparade in zingt. Het nummer is omgedoopt tot “Toen was geluk heel gewoon” en dat is ook de titel van een succesvolle comedyserie, waarmee Cox van 1994 tot 2009 de buis vult.
Bron: Eric Zuidhoek