• Anno 1952: buurclub Vreeswijk woont in

    20 juni 2013

    Op 22 mei jongstleden viel het doek voor RUC. De Utrechtse voetbalclub zag zich door een gebrek aan geld, jeugdteams en een eerste elftal genoodzaakt om tot opheffing over te gaan.

    In 1952 is het dan 12-jarige RUC nog een zorgeloze eerste klasser in de afdeling Utrecht. De velden van de vereniging liggen op het grondgebied van de gemeente Jutphaas, in de schaduw van bedrijvige draadnagelfabriek Neerlandia. Anno 2013 wordt het vervallen pand deels opgetuigd om als aangezicht van een nieuwbouwproject te schitteren langs het Hoogravense deel van de Vaartse Rijn. Het oppoetsen van oude industriële gebouwen lijkt te verworden tot een trend.

    Het Amsterdam-Rijnkanaal, dat op 21 mei 1952 door Koningin Juliana officieel geopend wordt, isoleert de wijk Hoograven van het hart van de gemeente, het dorp Jutphaas. De tijdens de bezetting aangelegde A12 (althans: het baanvak Oudenrijn-Bunnik) geeft Hoograven nog een extra duwtje richting het begerige Utrecht, dat in 1954 de wijk formeel in handen krijgt.

  • De Vaartse Rijn weerspiegelt de overblijfselen van Neerlandia (winter 2012/2013).

    Vreeswijk is anno 1952 nog een zelfstandige gemeente en begroet in de zomer zelfs een tweede voetbalclub voor spelers die niet op zondag mogen of willen sporten: Geinoord. De zondagvoetballers uit het schippersdorpje kunnen al sinds 1926 terecht bij VSV Vreeswijk, dat medio 1952 overigens kampt met flinke zorgen. De penningmeester komt 2500 gulden tekort, het ledental slinkt met een derde tot onder de honderd en het terrein van de Lekdijk verkeert in een belabberde staat. Een vluchtige opknapbeurt blijkt niet voldoende om het speelklaar te hebben voor het seizoen 1952/1953.

    Vreeswijk weet met het JSV-bestuur af te spreken dat het een jaar lang alle thuiswedstrijden mag afwerken op het complex van JSV. Dat voetbalt volgens de Historische Kring Nieuwegein sinds 1949 op “een opgehoogd stuk land, met grond die is vrijgekomen bij het graven van het Amsterdam-Rijnkanaal.” We hebben deze wijsheid uit het in 1992 gepubliceerde artikel ‘Voetbal in het dorp Jutphaas', dat er af en toe een jaartje naastzit. Uw geschiedschrijver hoopt dan ook nog een keer op een andere bron te stuiten, die ons wijzer maakt over de datum waarop onze club het terrein langs de Doorslag verruilde voor het “knollenveld” langs het Kanaal.

    Het knollenveld kan overigens niet de reden zijn voor de enorme terugval die het eerste elftal na de jaarwisseling doormaakt. Het heeft immers op dezelfde ondergrond ongeslagen de leiding in de vierde klasse H genomen, zoals je hebt kunnen vernemen op 30 mei jongstleden in deze rubriek (Anno 1951: zilveren jubilaris luidt aan de spits het jaar uit). Forse nederlagen tegen de Amersfoortse Boys (0-5) en bij vv Utrecht (5-1) hebben niet direct consequenties, omdat achtervolger Maarssen ook steken laat vallen.

  • JSV 1 wat later in de jaren vijftig. Staand van links naar rechts zien we C. Zwezerijnen, Steef de Ridder, G. Vermeulen, J. Le Noble, J. van der Sluis, J. Kolsteeg, W. van Straaten en J. Slagmolen. Gehurkt van links naar rechts zien we R. Veldhuizen, F. Rijksen, A. Tersteeg, B. Schoonenberg, C. van Wiggen en trainer J. Marree.

    Op zaterdag 8 maart vraagt het Utrechts Nieuwsblad zich in een voorbeschouwing af “wat is er toch aan de hand is met JSV en Maarssen? Kennelijk maken beide elftallen een inzinking door, maar nu JSV bezoek krijgt van Barneveld mag toch verwacht worden dat het Jutphase puntenaantal met twee vermeerdert.” Dat blijkt een misvatting, want na rust verspeelt JSV binnen enkele minuten een dankzij Van Straten en van der Sluis verkregen 2-0 voorsprong. Hekkensluiter Barneveld gaat met een punt terug naar huis.

    Een week later gaat JSV genadeloos onderuit bij Maarssen: 7-1. De beoogde topper, “onder grote belangstelling gespeeld, werd een eenzijdige vertoning, waarbij JSV wel zeer tegenviel. Het gemis van Le Noble blijkt een te grote handicap voor de ploeg uit Jutphaas te zijn.”  Van Straten tekent nog voor de gelijkmaker (1-1), die later slechts als eretreffer door het leven gaat. De zeven tegentreffers zijn reeds nadrukkelijk aan bod gekomen in ‘Anno 1948: Sterke verhalen’ van 24 april 2011.  In dat artikel speelt keeper Henk Schrijver een hoofdrol, maar die heeft zijn plaats onder de lat al vòòr 1952 vergeven.  We denken dat Bosschieter, al dan niet gedrogeerd, op 16 maart 1952 zeven goals om de oren krijgt. Een half jaar eerder hield hij nog zijn doel schoon tegen dezelfde opponent.

    Het lijkt erop dat Joop Le Noble meer duels aan zich voorbij moet laten gaan dan deze ene wedstrijd. “Spelersverlies en een kennelijke inzinking hebben van een kampioencandidaat (met een C, EZ) een middelmatige ploeg gemaakt”, schrijft het UN op 29 maart. Het seizoen 1951/1952 gaat voor het eerste elftal van JSV als een nachtkaarsje uit. Het in de reserve vierde klasse N van de afdeling Utrecht uitkomende vierde elftal van JSV laat op 20 april zien hoe het wel hoort door met 0-3 te winnen van De Meern 3.

  • Rijksweg 12 en de oude Galecopperbrug aan het begin van de jaren vijftig. Het exemplaar is in 1974 twee kilometer noordwaarts verplaatst en heet sindsdien De Meernbrug.

    Niet alleen JSV 1 gaat in de zomer van 1952 op zwart, dat doet ook de Nederlandse televisie. Dit nieuwe medium zendt sinds 2 oktober 1951 voor een paar duizend kijkers uit en vindt het in augustus tijd voor vakantie. JSV 4 pakt in september vrolijk de draad weer op, nu in de reserve vierde klasse R. PVCV 3 wordt met afgetekende cijfers geklopt (5-1). Of dit de opmaat voor de rest van het seizoen vormt is ons niet bekend.


    JSV 1 oogst na de zomerstop vooral thuis de punten. Hazendonk en Bernard Schoonenberg kronen zich tegen respectievelijk VVOG en Voorwaarts tot matchwinner (1-0). Beide spelers voorkomen vlak voor de Kerst met De Graaf (vanaf elf meter) dat de Zebra’s als winnaars naar Hilversum afreizen (3-3). Maarssen, dat ondanks het kampioenschap een half jaar eerder gewoon nog rondhobbelt in de vierde klasse G, bezorgt JSV 1 op de valreep van 1952 (op 28 december) nog een nederlaag op eigen veld. Toch is de wedstrijd volgens het Utrechts Nieuwsblad “er één van goed gehalte.”

    Geinoord gaat in het najaar van 1952 van start in de derde klasse C van afdeling Utrecht. Het treft onder meer VVOO, De Lekboys, Hees, VVOG, Terre Neuve en Bunnik (dan nog zonder de toevoeging ’73).

    Het eerste elftal van Vreeswijk komt twee klassen hoger RUC tegen. De “jongens uit Hoograven” (we citeren de schrijver van het clublied) spelen de uitwedstrijd bij Vreeswijk in… Jutphaas.

  • EINDSTAND VIERDE KLASSE H KNVB 1951/1952: 1.Maarssen 24-35, 2.GVV (Geldermalsen) 24-33, 3.JSV 24-30 (12x winst, 6x gelijk, 6x verlies, 51 goals voor, 48 tegen), 4.Naarden 24-27, 5.Nijenrodes 24-27, 6.Amersfoortse Boys 24-25, 7.KDS 24-23, 8.VVIJ 24-22, 9.Utrecht 24-21, 10.De Stichtse 24-19, 11.DEV (Doorn) 24-18, 12.Saestum 24-17, 13.Barneveld 24-15

     

    Beslissingswedstrijden om promotie: Maarssen-DWSV (kampioen 4G) 1-1/0-4

    Bron: Eric Zuidhoek