• Anno 1953: in het rechterrijtje

    17 januari 2014

    Er waait maandag 6 april 1953 een stevige wind over het naast het Amsterdam-Rijnkanaal gelegen JSV-terrein. Gelukkig laat de zon zich deze Tweede Paasdag geregeld zien en kan het hoofdveld de uitgestelde ontmoeting met SEC prima aan.

  • Op deze foto zien we volgens het UN  “staande v.l.n.r. Vermeulen, Haasdonk, de Ridder, Schoonenberg, Slagmolen, Le Noble. Knielend v.l.n.r. Van Straten, Woudenberg, Tersteeg, Bons en Veldhuizen.” Zou Haasdonk niet Hazendonk zijn? En zijn de namen op de achterste rij niet deels verwisseld?

    Een fotograaf van het Utrechts Nieuwsblad zet de hoofdmacht van JSV vooraf netjes op de foto en in het verslag weet de krant de volgende dag te melden dat dankzij treffers van Le Noble, Schoonenberg en De Ridder de punten in Jutphaas blijven (3-1).

    JSV-SEC had eigenlijk al op zondag 4 januari afgewerkt moeten zijn, maar de weergoden schoppen het programma de eerste maand van het jaar flink door de war. Dat doen ze ook op zondag 1 februari. Een storm raast over Nederland en verhindert niet alleen de komst van de Amersfoortse Boys naar Jutphaas. 

    In de nacht van zaterdag bezwijken vele dijken in Zeeland en Zuid Holland onder het geweld van de opgestuwde Noordzee; een enorm gebied overstroomt. De ramp kost ruim achttienhonderd mensen het leven en maakt er bijna honderdduizend dakloos.

    Ten behoeve van de slachtoffers worden vele inzamelacties opgezet. Zo treedt de in staat van ontbinding verkerende Jutphase toneelvereniging Wilhelmina op 17 februari nog één keer op. En het Nederlands elftal speelt 7 maart geheel ten bate van het Nationaal Rampenfonds een wedstrijd tegen Denemarken. Oranje verliest, maar dat verbaast de 63.000 toeschouwers in de Rotterdamse Kuip niets. Ook de voorgaande tien interlands konden namelijk niet in winst worden omgezet.

  • De Franse aanvoerder Roger Marche schudt zijn collega Appel van de "Pros Hollandais" voor aanvang van de Watersnoodwedstrijd de hand.

    Dat is niet onlogisch, want de KNVB weigert zijn beste spelers op te roepen. Die voetballen tegen betaling in het buitenland en dat is tegen het zere been van de bond. Die is ooit in het leven geroepen door lieden uit de betere kringen, die slechts wensten te sporten om de eer. Ook anno 1953 staat dit zuivere amateurisme nog hoog in het vaandel van de KNVB; wie voetbalt om de knikkers wordt zonder pardon geschorst.

    Dat drijft Cor van der Hart, Frans de Munck, Bertus de Harder en Kees Rijvers in de armen van profclubs als Lille, FC Köln, Bordeaux en Saint Etiènne. Zij worden door Bram Appel (Stade Reims) en Theo Timmermans (Nimes) uitgenodigd om deel uit te maken van een gelegenheidselftal, dat het op 12 maart 1953 opneemt tegen het sterke Frankrijk om geld in te zamelen voor het Rampenfonds.

    Het Parc des Princes zit lekker vol; er zijn zelfs vierduizend Nederlanders naar Parijs afgereisd om de benefietwedstrijd bij te wonen. Zij zien tot hun verbazing het samengeraapte team met 2-1 winnen en voelen zich gesterkt in hun opvatting dat er met profvoetballers niks mis is. Ook de vaderlandse pers keert enthousiast terug uit Frankrijk; de ‘Watersnoodwedstrijd’ maakt ook de behoudende geesten beslist rijper voor broodvoetbal.

  • Het eerste zaterdagelftal hervat morgen de competitie, thuis tegen Valleivogels. Wordt het weer net zo'n vrolijke boel als bij JSV-Geinoord (november 2013)?

    Toch gaat de KNVB niet direct overstag. De bond bezwijkt pas als een wilde federatie (de Nederlandse Beroepsvoetbalbond) op 14 augustus 1954 aan een eigen competitie begint. Die duurt drie maanden en wordt afgebroken als de NBVB en de KNVB besluiten om onder de vlag van laatstgenoemde met elkaar verder te gaan.   

    Op het eerste elftal van JSV staat aan het eind van 1954 geen maat in de vierde klasse H, maar daar wijst anno 1953 nog niets op. Het keurkorps vertoeft het gehele kalenderjaar in het rechterrijtje en loopt op 22 november niet voor het eerst tegen een nederlaag op. De Toekomst neemt de punten mee naar Welgelegen (1-2), maar een lang leven is het Utrechtse clubje toch niet beschoren. In 1955 valt het doek.

    Het Utrechts Nieuwsblad is op 22 november 1953 opnieuw met een fotograaf aanwezig op het JSV-terrein en legt voor de tweede keer dat jaar de Jutphase hoofdmacht vast op de gevoelige plaat. Een beter exemplaar van deze afbeelding heb je reeds aangetroffen op 20 juni jongstleden (Anno 1952: buurclub Vreeswijk woont in). We wisten toen nog niet te vertellen wanneer de foto geschoten was.

  • Op de foto zien we volgens het UN op de “voorste rij Veldhuizen, Rijksen, Tersteeg, Schoorenberg (de r hoort waarschijnlijk een n te zijn; EZ) en Van Wiggen. Achterste rij De Ridder, Vermeulen, Le Noble, van der Sluis, Kolsteeg en Van Straten.”

    Op de afbeelding in de krant blijkt reserve Slagmolen te zijn weggepoetst. Begeleider Zwezerijnen en trainer Jan Marree zijn zelfs weggeknipt. Dat de laatste al in 1953 in beeld is, verbaast uw geschiedschrijver. Oud-voorzitter Gert van Leusden deed ons in de Anno van 19 januari 2012 namelijk geloven dat de oefenmeester pas in 1954 naar Jutphaas kwam en direct succes oogstte.

    Een feestje valt er anno 1953 niet te vieren voor JSV en ook niet voor het bestuur van de gemeente Jutphaas. Dat neemt op maandagavond 28 december in café-restaurant De Witte Brug afscheid van de 8260 inwoners van Hoograven. Deze wijk wordt na de jaarwisseling overgedragen aan Utrecht.

     

    EINDSTAND ZONDAG VIERDE KLASSE G KNVB 1952/1953: 1.Maarssen 22-38, 2.Amersfoortse Boys 22-28, 3.VVOG 22-26, 4.Quick 1890 22-22, 5.SEC 22-22, 6.vv Utrecht 22-21 932-33), 7.JSV 22-21 (9x winst, 3x gelijk, 10x verlies, 41 goals voor, 43 tegen), 8.De Zebra's 22-21 (38-41), 9.BFC 22-20, 10.Nijenrodes 22-19, 11.DEV 22-14, 12.Voorwaarts (Utrecht) 22-12  

  • De A-junioren van 1958. Staand v.l.n.r. G. Elbertse, A. Kooiman, C. van Dijk, N. de Groot, A. Angelen en A. Werkhoven. Gehurkt v.l.n.r. St. Kolsteeg, W. Verbeek, J. Schoonenberg, C. Kolsteeg en R. van der Brink. Zijn dit de jongemannen die volgens de vorige Anno op 17 augustus 1958 een toernooi in Vreeswijk winnen?

     

    Bron: Eric Zuidhoek

    Herpublicatie door Theo van der Linden