1 november 2013
Afgelopen zaterdag vielen er meerdere voetbalfeestjes te vieren. JSV C1 boekte de eerste competitiezege van het seizoen, thuis tegen SO Soest. De F8 pakte het eerste punt op bezoek bij Driebergen. Het eerste mannenelftal haalde ondanks een nederlaag tegen Woudenberg een periodetitel binnen. En de Engelse voetbalbond sneed voor de honderdvijftigste keer de verjaardagstaart aan.
Het Algemeen Dagblad van afgelopen maandag (28 oktober)
Vertegenwoordigers van twaalf Engelse clubs spraken op maandag 26 oktober 1863 in de Freemasons Tavern af dat zij elkaar niet langer onderuit zouden schoffelen en niet langer met de bal in de hand zouden rondrennen op het voetbalveld. Zij richtten daartoe een landelijke bond op, de Football Association; de eerste in zijn soort. De samenkomst in de Londense kroeg wordt door menig sporthistoricus beschouwd als de geboorte van het moderne voetbal.
Het op de hakken lopen van een doorgebroken tegenstander wordt vanaf 26 oktober 1863 als een zonde beschouwd en dat weet Rowan Mankers sinds 26 oktober 2013 ook. De JSV-rechtsback ziet tegen Woudenberg geen kans om een veelbelovende aanval van de bezoekers op een nette manier te ontregelen. Hij neemt zonder morren een rode kaart in ontvangst en ziet vervolgens dat Woudenberg alsnog de score opent uit de vrije trap die het gevolg is van zijn overtreding. Met tien man weet JSV in het resterende half uur het tij niet te keren; het wordt vlak voor tijd zelfs 0-2.
De achtervolgers verzuimen echter om te profiteren van de misstap van koploper JSV. Zowel Benschop-AH ’78 als De Merino’s-Argon eindigt in 1-1, waardoor de ploeg van trainer Frenk van der Kleij met 18 punten uit 7 duels niet meer te achterhalen is. Argon en Benschop hebben vier punten minder. Met nog één speelronde voor de boeg zit de periodetitel al in de tas.
JSV A1 1977-1979. Staand v.l.n.r. leider Bert Elbertse, Peter van Beek, Chevano Matadin, Ron van Rooijen, Jan Vendrig, John Friedeman, Martin de Ridder, Albert Baars, Kees Kolsteeg en trainer Bernard Schoonenberg.
Gehurkt v.l.n.r. Rik Jansen van 't Land, Bert Scheffer, Martin van Laarschot, Bert de Heus, Hans den Oudsten en Sjaak Hoveling.
“De zak aardappels is nu in ieder geval van onze rug. Met een periodetitel op zak ga je toch wat relaxter voetballen”, voorspelt Van der Kleij in het Algemeen Dagblad. De oefenmeester waakt voor teveel optimisme, maar “we hebben in ieder geval nacompetitie afgedwongen, waarin deze jongens zich na afloop van het seizoen kunnen meten met teams uit de eerste klasse. Dat is al heel mooi.”
In de vorige Anno noemen we Ab Wit de bedenker van de nacompetitie. We kunnen hem beter de uitvinder van de periodetitel noemen, want al ver voor de geboorte van de inmiddels 86-jarige Wit worden er in ons land play-offs afgewerkt. Op 24 april 1898 spelen het Amsterdamse RAP en het Arnhemse Vitesse tegen elkaar om het allereerste kampioenschap van Nederland. In het westen wordt dan al bijna een decennium lang in competitieverband gevoetbald, maar het oostelijk deel doet dat nog maar net. Op het neutrale terrein van het Utrechtse Hercules steelt een zekere Jan Hisgen de show door alle Amsterdamse treffers voor zijn rekening te nemen en dat zijn er vier. De Arnhemse productie stokt bij twee doelpunten, die op naam komen van Willem Hesselink en Rudy d'Arnaud Gerkens.
Anno 1888 wordt in het westen een eerste klasse gevormd door zeven ploegen: Concordia (uit Rotterdam), HFC (uit Haarlem), HVV (uit Den Haag), VVA (uit Amsterdam), RAP, Olympia (uit Rotterdam) en Excelsior (uit Haarlem). In deze volgorde breken de ploegen een verre van voltooide competitie op; het seizoen 1888/1889 kent daarom geen kampioen. Pas in 1891 gaat het Haagse HVV als eerste officiële titelhouder de boeken in; alle deelnemers hebben dan netjes twee keer tegen elkaar gespeeld en er is sinds 8 december 1889 ook een bond die zich voor een ordelijk verloop inspant, de NVAB. Dat is de voorloper van de huidige KNVB.
De middelste man op de middelste rij is Jan Hisgen
De eerste landstitel gaat dus naar RAP en de tweede, in 1899, ook. Vitesse is beide keren het slachtoffer van de Amsterdamse club, die in 1887 wordt gevormd door leden van de cricketverenigingen Run, Amstel en Progress. In 1914 zijn ze klaar met voetbal, maar de hoofdstedelingen blijven cricketen in een nieuw fusieverband dat zich VRA noemt. Die vereniging bestaat nog steeds; het speelde twee maanden terug zelfs nog play-offs om het landskampioenschap.
De voetballers hebben na het optuigen van de Eredivisie in 1956 geen nacompetitie meer nodig om de landskampioen aan te wijzen. Alleen het seizoen 1957/1958 vormt daarop een uitzondering, omdat DOS en Sportclub Enschede samen aan kop eindigen met 47 punten en de KNVB het doelsaldo nog niet als doorslaggevend beschouwd. Op zondag 15 juni 1958 volgt daarom een beslissingswedstrijd in de Nijmeegse Goffert. Daar moeten 38.000 toeschouwers tot de tweede verlenging wachten op een doelpunt. Na 110 minuten vindt DOS-aanvaller Tonny van der Linden eindelijk het net en zorgt zo voor het grootste succes uit de Utrechtse voetbalgeschiedenis.
Wim Visser (van 5 april 1932) is die memorabele middag eveneens op het veld van de partij en is daar vaker te vinden. De middenvelder speelt alleen al 284 eredivisiesduels voor DOS, waarin hij veertig keer scoort. In 1966 keert Visser het profvoetbal de rug toe; vier jaar later meldt hij zich als oefenmeester bij JSV.
Het kampioenselftal van DOS. Links met bal trainer Pepi Gruber. Staand v.l.n.r. Andries Nagtegaal, Henk Temming, Martin Ockhuysen, Louis van den Bogert, Hans Kraay sr. en Frans de Munck. Gehurkt v.l.n.r. Wim Visser, Gerrit Krommert, Dick Lammers, Tonny van der Linden en Cor Luiten.
Hij beleeft drie mooie jaren op sportpark Rijnhuizen en zwaait met kampioensbloemen in de hand onze vereniging uit. Of Visser naar Midlandia, Bunnik, Brederodes, VEP of Sporting ’70 gaat weten we niet, maar wel dat zijn trainersloopbaan hem langs deze clubs voert. Aan JSV bewaart hij blijkbaar goede herinneringen, want in 1980 heeft hij opnieuw de zondagselectie onder zijn hoede. Een kampioensboeket zit er dit keer niet in; het degradatiespook zit JSV op de hielen.
Ook De Meern, DEV en Celeritudo vechten voor lijfsbehoud in de vierde klasse en in de slotronde de staartploegen elkaar bij toeval ook nog eens tegen. JSV-DEV (2-2) eindigt in een remise en Celeritudo-De Meern (1-1) doet dat ook, waardoor de laatste ploeg net de dans ontspringt en de andere drie met evenveel punten de laatste plaats delen. Een nacompetitie volgt om te bepalen wie van de drie naar de ‘onderbond’ afdaalt. De club die vrij is zorgt voor onderdak en dat is op zondag 4 mei Celeritudo, dat op de Utrechtse Koningsweg DEV en JSV ontvangt.
DEV heeft een streepje voor in de nacompetitie en niet omdat het anderhalve week eerder is opgericht dan JSV; op 22 maart 1926. Nee, De Elf Vrienden uit Doorn hebben de reguliere competitie met een beste doelsaldo afgesloten en zijn bij winst verzekerd van een extra jaar vierde klasse. Daar slagen de rood-witten in: 1-0.
Utrechts Nieuwsblad, vrijdag 16 mei 1980
Wat DEV en Celeritudo een week later op sportpark Rijnhuizen precies doen weten we niet, maar gunstig voor JSV is het niet. Dat moet op Hemelvaartsdag (donderdag 15 mei) de slotwedstrijd winnen om zich te handhaven; Celeritudo heeft aan een gelijkspel genoeg. Het Utrechts Nieuwsblad vertelt ons hoe de ontmoeting in Doorn verloopt. “Het was geen beste wedstrijd en dat was ook wel te verwachten. De zenuwen speelden bij beide ploegen een te grote rol.”
“Hoewel Celeritudo de eerste helft een veldoverwicht had keken de Utrechters met de rust toch tegen een 0-2 achterstand aan. Al na twaalf minuten was het Jan van Schaik die met een prachtig afstandschot JSV op 0-1 zette. En hoewel Celeritudo daarna volop kansen kreeg was het valk voor rust Anton Geesink jr. die een enorme blunder in de Celeritudo-verdediging afstrafte en 0-2 op het scorebord bracht. Omdat er in de tweede helft niet meer werd gescoord betekende dat tevens de eindstand.”
In het UN-artikel vallen aan JSV-zijde verder nog de namen van Rini Nijssen, Tom Combee, Kees Koster, aanvoerder Stef de Ridder, invaller Martin de Ridder, doelman Ad Kok en van trainer Wim Visser, die verslaggever Jacques van Willigenburg “opgetogen” laat weten dat JSV “dit seizoen al twee keer van Celeritudo had gewonnen. Dat heb ik de jongens steeds voor ogen gehouden. We moesten winnen en daarom begonnen we ook met vier spitsen.”
JSV A1 1979-1981. Pierre Veldhuizen herkent staand v.l.n.r. leider John van der Sluis, trainer Wim Bauhuis, Hugo Uyterwaal, Sjaak van Wingerden, Dick Valkenburg, Diederik Melis, Niek Baardemans, Michel de Ridder en Eric van Beek. Op de onderste rij herkent Pierre Wim de Ridder (tweede van links), Ron van Someren (derde van links), Juan Sanchez (derde van rechts) en Max Vendrig (uiterst rechts). Wie hurkt er uiterst links en welke speler houdt tussen Sanchez en Vendrig in de bal vast?
Eén van de vier aanvallers is de 21-jarige Anton Geesink junior, de zoon van de beroemde Olympische judokampioen. Anton senior treedt pas in 1987 toe tot het Internationaal Olympisch Comité. Hij heeft anno 1980 daarom nog voldoende tijd om af en toe een wedstrijdje van Anton junior mee te pikken en laat zich zo nu en dan zien op sportpark Rijnhuizen. De voordeur van de kantine is net hoog genoeg om de lange judoka heelhuids te ontvangen.
Linksbuiten Anton junior is volgens het Utrechts Nieuwsblad snel en heeft volgens zijn ploegmaat Jan van Schaik een goed schot. Na twee jaar houdt Anton junior het bij JSV voor gezien; wellicht meldt hij zich bij een club in zijn geboortestad Utrecht. Bijvoorbeeld bij Celeritudo, dat in 1946 wordt opgericht voor de katholieke jeugd in Oudwijk. De vereniging wil zich Celeritas (snel in het Latijn) noemen of desnoods Fortitudo (kracht), maar er zijn al clubs met die namen. Het trekt daarom de Latijnse woorden samen en neemt ruim zestig jaar later de eerste letter mee naar de fusieclub, die het met Velox en SVVU vormt: VSC.
Het eerste zaterdagelftal van JSV moet net als de zondagmannen alle zeilen bijzetten om degradatie af te wenden. Dat lukt in de voorlaatste speelronde van het seizoen 1979/1980 op bezoek bij CSV Vitesse. De 1-1 is voor de gastheren uit Breukelen genoeg om kampioen te worden en voor JSV genoeg om het verblijf in de eerste klasse nog een jaartje voort te zetten. De zaterdagafdeling Utrecht kent inmiddels ook een hoofdklasse en verder nog steeds tweede en derde klassen.
JSV A1 1981-1983. Pierre ziet v.l.n.r. trainer Willem Bauhuis, Peter van Stijn, Jan Vendrig, Marco van der Kuijlen, twee onbekenden en leider John van der Sluis staan. Op de middelste rij ziet Pierre v.l.n.r. Marcel Scheefhals, Wout Rosenberg, Jan Joost Kolsteeg, een onbekende en Ruud Dongelmans. En gehurkt v.l.n.r. een onbekende, Eric van Beek, Diederik Melis, Marco Folman en Wim de Ridder.
JSV neemt op zaterdag 3 mei in Breukelen de leiding via Ronald Molenbeek, die een pass van Bert de Heus op waarde schat. Na een half uur komt CSV Vitesse langszij en het speelt volgens het Utrechts Nieuwsblad “behoudend de wedstrijd uit.” Na afloop biedt JSV-trainer Dick van de Brink de kampioenen als eerste bloemen aan en misschien krijgt hij zelf ook wel een boeketje; de oefenmeester zwaait namelijk af.
Wim Visser keert na de zomer van 1980 wel weer terug op Rijnhuizen. Zijn eerste klus is “een streektopper van de eerste orde. Op sportpark Rijnhuizen treffen JSV en het afgelopen seizoen naar de vierde klas teruggekeerde MSV ’19 elkaar. Een wedstrijd, die altijd al veel publiek heeft getrokken en heel wat emoties in de toenmalige dorpen heeft losgemaakt, maar die dit jaar nog een extra dimensie krijgt. Bij MSV ’19 staan twee spelers in de basis, die verleden jaar nog voor JSV uitkwamen”, zo kondigt het Utrechts Nieuwsblad de competitiestart aan.
Jan van Schaik anno 1977. Op 16 mei jongstleden toonden we je een waziger beeld van deze actie.
De naar MSV overgestapte spelers zijn Tom Combee en Jan van Schaik. De laatste blijft vier seizoenen in Montfoort, maar keert op het zwart-witte nest terug om zijn dochters Linda en Anita aan te melden en om het eerste zaterdagelftal bij te staan als leider (tussen 2010 en 2012) en anno 2013 als supporter.
Jan weet in die laatste hoedanigheid uw geschiedschrijver te vertellen dat de zondagselectie medio 1980 veel spelers ziet vertrekken of stoppen: Ad Kok, Jan van Kippersluis, John Sesink, Jan Nichting. Mogelijk vangt JSV deze uittocht op met eigen jeugd, die we op een drietal elftalfoto’s tegenkomen. Het zijn de afbeeldingen die we op 16 mei 2013 (in Anno 1977: de A1 komt eraan) nog slechts in klein formaat konden tonen.
Wim Visser (uiterst links) spreekt zijn manschappen toe tijdens de voorbereiding op het seizoen 1980/1981
BIJNA EINDSTAND ZATERDAG EERSTE KLASSE B AFDELING UTRECHT 1979/1980: 1.CSV Vitesse 2-29, 2.Sperwer 19-26, 3.PUEM 19-22, 4.Eminent Boys 20-22, 5.Lopik 19-18, 6.Roda 19-18, 7.Benschop 19-16, 8.Grift Boys 19-16, 9.JSV 19-15, 10.Brederodes 19-14, 11.VVJ 19-12
(bron: Utrechts Nieuwsblad, maandag 5 mei 1980)
EINDSTAND ZONDAG VIERDE KLASSE H KNVB 1979/1980: 1.Kampong 22-33, 2.CDN 22-30, 3.DWSV 22-25, 4.Ultrajectum 22-22, 5.HDS 22-21, 6.Brederodes 22-20, 7.Midlandia 22-20, 8.Scherpenzeel 22-20, 9.De Meern 22-19, 10.DEV 22-18 (31-37), 11.Celeritudo 22-18 (22-33), 12.JSV 22-18 (4x winst, 10x gelijk, 8x verlies, 21 goals voor, 32 tegen)
Leider Jan van Schaik (uiterst rechts) en de gepromoveerde zaterdagselectie worden in 2011 gehuldigd op het gemeentehuis door wethouder Helen van den Berg
JSV NIEUWEGEIN-WOUDENBERG 0-2 (26/10/2013)
opstelling JSV: Rogier Mantel, Rowan Mankers, Jeroen Bliemer, Ricardo Bakker, Darryl Wright (82.Wendel Sield), Bjorn van der Horst, Daan van der Valk, Jay Brookman, Patrick Heesakkers, Daniel Makkee (62.Ralf Vernon Vorswijk), Nana Bediako (75.Barry Zwezerijnen)
De Molenkruier van twee dagen terug (woensdag 30 oktober)
Bron: Eric Zuidhoek (tekst), Peter Krauweel (enkele foto's) en Pierre Veldhuizen