• Anno 2009: Wie de jeugd heeft

    Juli 2019

    In 2009 is kaboutervoetbal razend populair, JSV niet uitgezonderd. Tientallen mannetjes en vrouwtjes hobbelen vol enthousiasme en volstrekt ongecoördineerd (mooi toch?) achter de bal aan.

    Het is het jaar dat zoonlief, aanvankelijk wat terughoudend maar later geestdriftiger (alhoewel ik soms nog aan zijn gebrom moet denken: "ja, jij wilde toch dat ik op voetbal ging?"), samen met een meute aan leeftijdsgenootjes zich massaal op de bal stort: menig vader ziet hier al de kiem van een imposante internationale voetbalcarrière gelegd worden.

  • Dennis Dunne doceert

     

    Onder leiding van Dennis Dunne, geassisteerd door o.a. van Otterlo en Maduro, zetten de guppies hun eerste schreden op het o zo wankele voetbalpad, al zullen zij zich hiervan totaal niet bewust zijn.

    Bij de verhuizing van JSV van Blokhoeve naar Galecop noord (een pluk gras dat tegen de A12 aangeplakt ligt) is de club een speelveldje voor de allerjongsten rijker geworden.

    Uit een eerder gepubliceerde Anno van schrijver Eric Zuidhoek:

    “Een ander novum op het sportcomplex is de Arena, een met boarding omzoomd speelveldje dat bestemd is voor een nieuwe doelgroep: de vijfjarigen. Zij maken vanaf de nazomer van 2005 in een speelse onderlinge competitie (de Champions League) kennis met de voetbalsport en met onze club, die de allerkleinsten tot Kabouters omdoopt. 

    Anno 2011 heeft iedere zichzelf respecterende vereniging haar kabouters, al noemen –naast JSV- alleen De Meern, Schalkwijk, UVV en Vreeswijk ze zo. Bij Delta, Geinoord en Sporting heten ze Mini’s, bij Houten Blauwe Mini’s, bij Maarssen Benjamins, bij IJFC IJffies, bij Odijk Bambino’s, bij Bunnik Kikkers, bij Zwaluwen Welpen en bij MSV ’19 en VVIJ zijn ze nog op zoek naar een goede naam. 

    Een goed idee als de Kabouters heeft uiteraard vele vaders, maar de verhuiskrant beperkt zich tot jeugdvoorzitter Ton Holweg. In de mondelinge overlevering zijn uw geschiedschrijver de namen van de praktische grondleggers Björn van Muylwijk en -ook hier- Peter Krauweel ter ore gekomen. Mochten anderen hiermee tekort gedaan worden, dan hoort de webredactie dat graag. De Anno-rubriek leeft van de verhalen, suggesties én correcties die ons ingefluisterd worden.” 

    Op basis van bovenstaande tekst mag ieder geval gerust geconcludeerd worden dat JSV trendsetter is geweest voor het pré-pupillen voetbal, in Nieuwegein en misschien wel in den lande.

  • De F-Arena ligt centraal op het terrein van JSV

    De naamgeving van het kunstgrasspeelveldje voor de allerjongsten, de F-Arena, klinkt nu misschien wat vreemd in de oren maar niets is minder waar. Tot enkele jaren terug worden teams vernoemd naar de leeftijdsgroepen (A, B, C etc.) waartoe ze behoren; iets wat al decennia in zwang is. Nadat de KNVB naamgeving van teams wijzigt in een meer internationaal gehanteerde vorm, ontstaan de teamnamen zoals we die vandaag de dag kennen:  JO16-1, MO11-2 etc. Voor de Kabouters verandert er overigens niets. 

    Over "naam" gesproken. De Kabouters zijn, als ze niet met trainingsvormen bezig zijn, in teams onderverdeeld zodat er onderlinge wedstrijdjes afgewerkt kunnen worden. Dit als voorbereiding op de toekomst wanneer ze echt als JSV-team in actie gaan komen. Omdat er naar voorbeeld van de "Champions League" gespeeld wordt, zijn de teams dan ook vernoemd naar aanspreekbare topclubs uit Europa zoals Liverpool, AC Milaan, Barcelona enz.

    Dit leidt bij sommige vaders tot merkwaardige gewetensbezwaren als zij vernemen bij welke "club" hun oogappel is ingedeeld. Het ongenoegen van enkele vaders om hun kind ingedeeld te zien bij bijvoorbeeld "Ajax" krijgt de boventoon en teams worden dan ook eerst naar "landen" en later naar "kleuren" vernoemd. Het is wat, teamnamen.

    Het naamgeharrewar gaat gelukkig volstrekt aan de kids voorbij, zij zijn hier totaal niet mee bezig. Het allerbelangrijkste is en blijft dat kinderen, jongens én meisjes, actief zijn en met plezier aan voetbal doen, leren samen te werken én besef krijgen van normen en waarden die in onze maatschappij belangrijk zijn.

     

    Bron: Theo van der Linden